Vorige onderwerpVolgende onderwerp


Dynamisch bijwerken van een filtervoorwaarde tijdens het uitvoeren van een rapport

Voor deze procedure wordt aangenomen dat u het volgende hebt gemaakt:

  1. In de layout-editor, selecteert u het tabelelement of lijstelement dat moet worden gefilterd. In de eigenschappeneditor worden de eigenschappen vermeld van de geselecteerde tabel of lijst.
  2. Afbeelding 12-6 toont een voorbeeld van een geselecteerde tabel en de bijbehorende eigenschappen.

    Afbeelding 12-6 Tabeleigenschappen
  3. Kies het tabblad Filters. De eigenschappeneditor beeldt de pagina Filters af, zoals in Afbeelding 12-7.
  4. Afbeelding 12-7 De pagina Filters in de eigenschappeneditor
  5. Kies Toevoegen om een nieuwe filtervoorwaarde te maken.
  6. De filtervoorwaarde opgeven:
    1. Klik op de cel onder Expressie.
    2. Rechts verschijnen twee knoppen.
    3. Kies de pijlknop en selecteer vervolgens het veld waarvoor u wilt dat de gebruiker een waarde opgeeft als het rapport wordt uitgevoerd.
    4. Bij Operator selecteert u een operator in de vervolgkeuzelijst.
    5. Bij Waarde 1 geeft u de naam op van de rapportparameter die u hebt gemaakt.
    6. U kunt de Expressiebuilder gebruiken om de rapportparameter te selecteren uit de lijst met rapportparameters die u voor het rapport hebt gemaakt.Afbeelding 12-8 toont een voorbeeld van een filtervoorwaarde waarvoor de waarde is ingesteld op een rapportparameter.

      Afbeelding 12-8 Filtervoorwaarde ingesteld op een rapportparameter
  7. Open de preview van het rapport.
  8. Parameters invoeren verschijnt en beeldt de rapportparameters af die u hebt gemaakt. Afbeelding 12-9 toont een voorbeeld.

    Afbeelding 12-9 Parameters invoeren beeldt een rapportparameter af
  9. Geef waarden op voor de rapportparameters en kies OK.
  10. Het rapport geeft gegevens weer die overeenkomen met de waarden die u hebt opgegeven.


(c) Copyright Actuate Corporation 2006

Vorige onderwerpVolgende onderwerp