- Maak een nieuwe gegevensset op een gegevensbron die een opgeslagen procedure bevat.
- Geef de eigenschappen van de gegevensset op:
- Bij Naam gegevensset geeft u een
naam op voor de gegevensset.
- Bij Gegevensbron kunt u in de
vervolgkeuzelijst een gegevensbron kiezen voor deze gegevensset.
- Bij Type gegevensset selecteert u SQL-query van opgeslagen procedure zoals wordt weergegeven in Afbeelding 3-7.
Afbeelding 3-7 Een opgeslagen procedure maken
Kies Volgende. Query beeldt een in een sjabloon opgeslagen procedure af, zoals in
Afbeelding 3-8.
Afbeelding 3-8 Opgeslagen procedures weergeven in een database
- In Beschikbare items gaat u naar de opgeslagen procedure.
- Selecteer de opgeslagen procedure en sleep deze naar het tekstgebied. De naam van de opgeslagen procedure verschijnt op de invoegpositie. In het tekstgebied typt u de vereiste informatie om de opgeslagen procedure uit te voeren. U moet bijvoorbeeld eventuele argumenten opnemen die worden doorgezonden naar de opgeslagen procedure.
Als u de opgeslagen procedure wilt typen. sluit u de call-instructie in tussen een linker- en een rechteraccolade. Voorbeeld:
U kunt de opgeslagen procedure ook zonder accolades typen. In dat geval wordt de instructie door BIRT behandeld als een reguliere RDBMS-aanroep, zodat de uitvoering afhankelijk is van de RDBMS van uw gegevensbron.
- Kies Voltooien om de gegevensset op te slaan. Gegevensset bewerken geeft de kolommen weer die door de opgeslagen procedure zijn opgehaald en biedt opties voor het bewerken van de gegevensset.