- Sleep het afbeeldingsitem uit het
palet en zet het neer op de gewenste locatie op de pagina. Als u het afbeeldingsitem invoegt in een tabel, hetgeen veel voorkomt bij het afbeelden van dynamische afbeeldingen, moet u ervoor zorgen dat de tabel verbonden is met de gegevensset die het afbeeldingsveld bevat.
- Op de pagina Nieuw afbeeldingsitem selecteert u Dynamische afbeelding. Op de pagina Nieuw afbeeldingsitem wordt het veld Expressie voor dynamische afbeelding en een aantal knoppen afgebeeld waarmee u de vereiste kolombinding en de bijbehorende expressie kunt maken, zoals in Afbeelding 5-4.
Afbeelding 5-4 De pagina Nieuw afbeeldingsitem met het veld Expressie voor dynamische afbeelding
- Maak een kolombinding waarin het gegevenssetveld wordt opgegeven dat de afbeeldingen bevat:
- Kies Binding.
- Bij Gegevensbinding, kiest u Toevoegen.
- Bij Expressie opbouwen, kiest u Beschikbare gegevenssets, kiest u de gewenste gegevensset en dubbelklikt u vervolgens op het afbeeldingsveld. Kies OK. De nieuwe kolombinding verschijnt in Gegevensbinding waarbij de kolomnaam is geaccentueerd.
- Vervang de naam Nieuwe binding door een naam naar keuze en kies vervolgens OK.
- In het veld Expressie voor dynamische afbeelding typt u een expressie die de kolombinding moet gebruiken die u zojuist hebt gemaakt. Als de naam van de kolombinding Image is, typt u de volgende expressie:
U kunt ook de Expressiebuilder gebruiken om de expressie samen te stellen als u niet weet welke syntaxis u moet gebruiken. Bij Expressie opbouwen kiest u Beschikbare kolombindingen en vervolgens kiest u de kolombinding die u hebt gemaakt.
- Kies invoegen. De afbeelding verschijnt op de pagina
in de layouteditor. U ziet een X. De feitelijke afbeeldingen worden afgebeeld als u een
preview van het rapport opent.