- In de layout-editor, selecteert u het tabelelement of lijstelement dat moet worden gefilterd. In de eigenschappeneditor worden de
eigenschappen vermeld van de geselecteerde tabel of lijst.
Afbeelding 12-6 toont een voorbeeld van een geselecteerde tabel en de bijbehorende eigenschappen.
Afbeelding 12-6 Tabeleigenschappen
- Kies het tabblad Filters. De eigenschappeneditor beeldt de pagina Filters af, zoals in Afbeelding 12-7.
Afbeelding 12-7 De pagina Filters in de eigenschappeneditor
- Kies Toevoegen om een nieuwe filtervoorwaarde te maken.
- De filtervoorwaarde opgeven:
- Klik op de cel onder Expressie.
Rechts verschijnen twee knoppen.
- Kies de pijlknop en selecteer vervolgens het veld waarvoor u wilt dat de gebruiker een waarde opgeeft als het rapport wordt uitgevoerd.
- Bij Operator selecteert u een
operator in de vervolgkeuzelijst.
- Bij Waarde 1 geeft u de naam op van de rapportparameter die u hebt gemaakt.
U kunt de Expressiebuilder gebruiken om de rapportparameter te selecteren uit de lijst met rapportparameters die u voor het rapport hebt gemaakt.
Afbeelding 12-8 toont een voorbeeld van een filtervoorwaarde waarvoor de waarde is ingesteld op een rapportparameter.
Afbeelding 12-8 Filtervoorwaarde ingesteld op een rapportparameter
- Open de preview van het
rapport.
Parameters invoeren verschijnt en beeldt de rapportparameters af die u hebt gemaakt.
Afbeelding 12-9 toont een voorbeeld.
Afbeelding 12-9 Parameters invoeren beeldt een rapportparameter af
- Geef waarden op voor de rapportparameters
en kies OK.
Het rapport geeft gegevens weer die overeenkomen met de waarden die u hebt opgegeven.