- Maak rapportparameters waarmee de
gebruikers wordt gevraagd waarden op te geven, aan de hand waarvan wordt vastgesteld welke
rijen moeten worden opgehaald.
- Plaats merktekens voor
parameters in de SQL-query.
- Maak een gegevenssetparameter
waarmee een waarde wordt geleverd voor elk merkteken voor een parameter in de SQL-query.
- Koppel de gegevenssetparameter
aan de rapportparameter, zodat de gegevenssetparameter de door de gebruiker opgegeven
waarde betrekt van de rapportparameter en deze doorgeeft aan de SQL-query.
- Bepaal hoe de rapportparameters aan de gebruiker moeten worden gepresenteerd.
- Test de rapportparameters.