Klasse Finance
De klasse Finance is een JavaScript-klasse in BIRT die een verzameling statische
financiële functies bevat die u kunt gebruiken voor het uitvoeren van een verscheidenheid
aan algemene zakelijke berekeningen. Financiële waarden kunnen worden weergegeven met een
float-waarde. De toepassing kan niet een instance maken van deze klasse.
Finance.ddb
Deze functie berekent de afschrijving van activa voor een gegeven enkelvoudige termijn
met behulp van de DDB-methode (double-declining balance).
DDB-afschrijving is een versnelde afschrijvingsmethode die resulteert in hogere
afschrijvingskosten en grotere belastingbesparingen gedurende de beginjaren van de
levensduur van vaste activa dan bij gebruik van de lineaire afschrijvingsmethode (SLN),
waarbij de kosten gedurende de gehele periode constant zijn.
De functie gebruikt de volgende formule voor het berekenen van de afschrijving voor een
enkele periode:
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- assetLifespan en singlePeriod moeten
beide worden uitgedrukt in dezelfde tijdseenheid.
- Alle parameters moeten positieve
getallen zijn.
Syntaxis
ddb( initialCost, salvageValue, assetLifespan, singlePeriod )
Argumenten
- initialCost
Numerieke expressie die de
oorspronkelijke kosten van activa aangeeft.
- salvageValue
Numerieke expressie die de waarde
aangeeft van de activa aan het einde van de levensduur.
- assetLifespan
Numerieke expressie die de
lengte aangeeft van de levensduur van de activa.
U dient deze waarde op te geven met
dezelfde maateenheid als voor singlePeriod. Als de waarde voor singlePeriod één maand is,
moet u voor assetLifespan een aantal maanden opgeven.
- singlePeriod
Numerieke expressie die de periode
aangeeft waarvoor DDB de afschrijving moet berekenen.
U dient deze waarde op te geven met
dezelfde maateenheid als voor assetLifespan. Als assetLifespan bijvoorbeeld is uitgedrukt
in maanden, moet de waarde voor singlePeriod overeenkomen met de periode van één maand.
Voorbeeld
Met het volgende voorbeeld wordt de afschrijving voor het eerste jaar berekend met
behulp van de DDB-methode. Dit voorbeeld betreft een nieuwe machine die is aangeschaft
voor $1400, met een restwaarde van $200 en een geschatte levensduur van 10 jaar.
Het resultaat ($280) wordt toegewezen aan de variabele Year1Deprec:
Zie ook
Finance.sln-functie
Finance.syd-functie
Finance.fv
Deze functie berekent de toekomstige waarde van een annuïteit op basis van periodieke,
vaste betalingen en een niet-variërende rentevoet. Een annuïteit is een serie contante
betalingen, met een constante waarde en gedurende een bepaalde tijdsperiode. Een
annuïteit kan betrekking hebben op een investering, bijvoorbeeld een spaarplan, of op een
lening, bijvoorbeeld een hypotheek. De toekomstige waarde van een annuïteit is de totale
waarde na betaling van de laatste termijn.
Als u bijvoorbeeld een spaarplan opzet met de bedoeling om over 18 te beschikken over
$75,000, om te besteden aan de studie van uw kind, is de toekomstige waarde van
het plan $75,000.
Als u een lening afsluit ter waarde van $11,000, is de toekomstige waarde van de lening
$0.00, zoals doorgaans het geval is voor een lening.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- ratePerPeriod, numberPayPeriods en
eachPmt moeten alle worden uitgedrukt in dezelfde eenheden, bijvoorbeeld, weken, maanden
of jaren.
- Voor uitgaande geldbedragen,
bijvoorbeeld overmakingen naar een spaarfonds, gebruikt u negatieve getallen en voor
ontvangsten, bijvoorbeeld dividenduitkeringen, positieve getallen.
Syntaxis
fv( ratePerPeriod, numberPayPeriods, eachPmt, presentValue, whenDue )
Argumenten
- ratePerPeriod
Een numerieke expressie die het
rentetarief aangeeft dat per periode van toepassing is. U dient deze waarde op te geven
met dezelfde maateenheid als voor numberPayPeriods. Als numberPayPeriods bijvoorbeeld wordt
uitgedrukt in maanden, moet ratePerPeriod worden uitgedrukt als een maandelijks
rentetarief.
- numberPayPeriods
Een numerieke expressie die
aangeeft wat het totale aantal betalingstermijnen is voor de annuïteit. U dient deze waarde op te geven met
dezelfde maateenheid als voor ratePerPeriod. Als ratePerPeriod bijvoorbeeld wordt
uitgedrukt als een maandelijks rentetarief, moet numberPayPeriods worden uitgedrukt in
maanden.
- eachPmt
Numerieke expressie die het bedrag per
betaling aangeeft. U dient deze waarde op te geven met
dezelfde maateenheid als voor ratePerPeriod. Als ratePerPeriod bijvoorbeeld wordt
uitgedrukt in maanden, moet eachPmt worden uitgedrukt als een maandelijkse betaling.
- presentValue
Een numerieke uitdrukking die de huidige
waarde aangeeft van een toekomstige betaling of serie betalingen.
Als u bijvoorbeeld vandaag $23,94 inlegt
op een spaarrekening en dat bedrag 15 jaar lang tegen 10% per jaar laat staan, levert dat
een eindbedrag op van ongeveer $100. De huidige waarde van die
$100 is ongeveer $23.94.
- whenDue
Een numerieke expressie die aangeeft of
elke betaling plaatsvindt aan het begin (1) of einde (0) van elke periode. Deze waarde
moet 0 of 1 zijn.
Voorbeeld
Het volgende voorbeeld gaat er van uit dat u bij de geboorte van uw dochter $10,000 stort
op een spaarrekening. Als de rekening 5,7% dagelijks samengestelde rente oplevert, wat is
dan het eindbedrag na 18 jaar? Het
antwoord, $27.896,60, wordt toegewezen aan de variabele TotalValue:
Het onderstaande voorbeeld komt overeen met het voorafgaande voorbeeld. In dit voorbeeld
wordt er echter uitgegaan van maandelijks in plaats van dagelijks samengestelde rente, en
dat u hebt besloten om ook nog iedere maand $55 op de rekening te storten. De
toekomstige waarde die wordt toegewezen aan TotalValue is in
dit geval $48.575,82:
Zie ook
Finance.ipmt-functie
Finance.nper-functie
Finance.pmt-functie
Finance.ppmt-functie
Finance.pv-functie
Finance.rate-functie
Finance.ipmt
Hiermee berekent u het rentebedrag voor een annuïteit voor een bepaalde termijn op basis
van periodieke, vaste betalingen en een constante rentevoet. Een annuïteit is een serie contante betalingen, met een constante waarde en gedurende een bepaalde
periode. Een annuïteit kan betrekking hebben op een investering, bijvoorbeeld een
spaarplan, of op een lening, bijvoorbeeld een hypotheek. Elke betaling bestaat uit twee
onderdelen, aflossing en rente. Met iPmt berekent u het rentedeel van de betaling.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- ratePerPeriod en numberPayPeriods moeten
worden uitgedrukt in dezelfde eenheden, bijvoorbeeld, weken, maanden of jaren.
- Voor uitgaande geldbedragen,
bijvoorbeeld overmakingen naar een spaarfonds, gebruikt u negatieve getallen en voor
ontvangsten, bijvoorbeeld dividenduitkeringen, positieve getallen.
Syntaxis
ipmt( ratePerPeriod, singlePeriod, numberPayPeriods, presentValue, futureValue, whenDue )
Argumenten
- ratePerPeriod
Een numerieke expressie die het
rentetarief aangeeft dat per periode van toepassing is. U dient deze waarde op te geven
met dezelfde maateenheid als voor numberPayPeriods. Als numberPayPeriods bijvoorbeeld wordt
uitgedrukt in maanden, moet ratePerPeriod worden uitgedrukt als een maandelijks
rentetarief.
- singlePeriod
Numerieke expressie die de periode
aangeeft waarvoor u wilt berekenen welk deel van de betaling uit rente bestaat. Geef
hier een waarde op die varieert van 1 tot en met de waarde voor numberPayPeriods.
- numberPayPeriods
Een numerieke expressie die
aangeeft wat het totale aantal betalingstermijnen is voor de annuïteit. U moet deze
waarde opgeven met dezelfde maateenheid als voor ratePerPeriod. Als u bijvoorbeeld voor
ratePerPeriod een maandelijks percentage opgeeft, moet
numberPayPeriods worden uitgedrukt in maanden.
- presentValue
Een numerieke uitdrukking die de huidige
waarde aangeeft van een toekomstige betaling of serie betalingen.
Als u bijvoorbeeld vandaag $23,94 inlegt op een spaarrekening en dat bedrag 15 jaar lang
tegen 10% per jaar laat staan, levert dat een eindbedrag op van ongeveer $100. In dit
geval is de huidige waarde van die $100 ongeveer $23.94.
- futureValue
Een numerieke expressie die het gewenste
saldo aangeeft na het voldoen van de laatste betaling.
Bijvoorbeeld:
- U wilt een spaarplan opstellen met
als doel om over 18 jaar te beschikken over $75.000, om bij te dragen aan de studie van
uw kind. Voor dit plan is de toekomstige waarde $75,000.
- U leent een bedrag van $11,000. De
toekomstige waarde is $0,00, zoals doorgaans het geval is voor een lening.
- whenDue
Een numerieke expressie die aangeeft of
elke betaling plaatsvindt aan het begin (1) of einde (0) van elke periode. Deze waarde
moet 0 of 1 zijn.
Voorbeeld
Het onderstaande voorbeeld gaat er van uit dat u gedurende 36 maanden op elke eerste dag
van de maand een bedrag aflost voor een lening van $20,000, tegen een rente van 11,5%. Hoe
groot is dan het rentedeel van uw 5e betaling? Het antwoord, $171,83, wordt toegewezen
aan Interest5:
Zie ook
Finance.fv-functie
Finance.nper-functie
Finance.pmt-functie
Finance.ppmt-functie
Finance.pv-functie
Finance.rate-functie
Finance.irr
Deze functie retourneert het interne rendement voor een reeks periodieke
kasstromen, betalingen en ontvangsten, in een bestaande array.
Het interne rendement is het rentetarief voor een investering die bestaat uit
periodieke betalingen en ontvangsten. De kasstroom hoeft niet constant te zijn voor elke
periode, zoals voor een annuïteit.
IRR is nauw verwant met de functie voor de netto huidige waarde, NPV, omdat
het met IRR berekende rendement correspondeert met een netto huidige waarde van nul.
IRR voert een repeterende berekening uit. Beginnend met de waarde van
<startingGuess> (beginschatting) wordt de berekening herhaald totdat het resultaat
een afwijking heeft van hoogstens 0,00001 procent. Als er na 20 herhalingen geen
resultaat wordt vastgesteld, mislukt de functie.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- Voor uitgaande geldbedragen,
bijvoorbeeld overmakingen naar een spaarfonds, gebruikt u negatieve getallen en voor
ontvangsten, bijvoorbeeld dividenduitkeringen, positieve getallen.
- cashArray moet ten minste één
negatief en één positief getal bevatten.
- In gevallen waar voor dezelfde
periode sprake is van zowel een positieve kasstroom, of ontvangst, als een negatieve kasstroom, of betaling,
wordt de netto kasstroom voor die periode gebruikt.
- Als voor een bepaalde periode
geen (netto) kasstroom optreedt, typt u een 0 (nul) als waarde voor die periode.
De volgende tips kunnen van pas komen:
- Omdat IRR de volgorde van de
waarden binnen de array gebruikt voor
het interpreteren van de volgorde van de betalingen en ontvangsten, dient u er voor te
zorgen dat u de waarden voor betalingen en ontvangsten in de juiste volgorde opgeeft.
- Als IRR mislukt, probeer
dan of een andere waarde voor startingGuess wel het gewenste resultaat oplevert.
Syntaxis
irr( cashArray, startingGuess )
Argumenten
- cashArray
Hiermee geeft u de naam op van een
bestaande array aan doubles, die kasstroomwaarden representeren.
cashArray moet ten minste één positieve waarde (een ontvangen bedrag) en één
negatieve waarde (betaling) bevatten.
- startingGuess
Hiermee geeft u een numerieke
expressie op die de waarde aangeeft die naar verwachting door IRR wordt
geretourneerd. In de meeste gevallen is dit 0,1 (10 procent).
Voorbeeld
In het onderstaande voorbeeld wordt er van uitgegaan dat u de array myArray hebt
gevuld met een verzameling kasstroomwaarden. Het interne rendement (IRR) wordt toegewezen
aan de variabele IRRValue:
Zie ook
Finance.mirr-functie
Finance.npv-functie
Finance.rate-functie
Finance.mirr
Deze functie retourneert het aangepaste interne rendement voor een reeks periodieke
kasstromen, betalingen en ontvangsten, in een bestaande array. Het aangepaste interne
rendement is het interne rendement (IRR) wanneer de betalingen en ontvangsten worden
gefinancierd tegen verschillende tarieven.
MIRR houdt rekening met zowel de kosten van de investering, ofwel financeRate, en het
rentetarief dat wordt ontvangen bij het opnieuw investeren van het bedrag, ofwel reinvestmentRate.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- Voor uitgaande geldbedragen,
bijvoorbeeld overmakingen naar een spaarfonds, gebruikt u negatieve getallen en voor
ontvangsten, bijvoorbeeld dividenduitkeringen, positieve getallen.
- cashArray moet ten minste één
negatief en één positief getal bevatten.
- In gevallen waar voor dezelfde
periode sprake is van zowel een positieve kasstroom, of ontvangst, als een negatieve kasstroom, of betaling,
wordt de netto kasstroom voor die periode gebruikt.
- Als voor een bepaalde periode
geen (netto) kasstroom optreedt, typt u een 0 (nul) als waarde voor die periode.
Omdat MIRR de volgorde van de waarden binnen de array gebruikt voor
het interpreteren van de volgorde van de betalingen en ontvangsten, dient u er voor te
zorgen dat u de waarden voor betalingen en ontvangsten in de juiste volgorde opgeeft.
Syntaxis
mirr( cashArray, financeRate, reinvestmentRate )
Argumenten
- cashArray
Een array aan
doubles die de naam aangeeft van een bestaande array van kasstroomwaarden.
Een array moet ten minste één positieve waarde (een ontvangen bedrag) en één
negatieve waarde (betaling) bevatten.
- financeRate
Een numerieke expressie die het
rentetarief voor de financiering aangeeft. Dit moet een decimale waarde zijn die een
percentage aangeeft.
- reinvestmentRate
Een numerieke expressie die het
rentetarief aangeeft van de opbrengst van een herinvestering. Dit moet een decimale
waarde zijn die een percentage aangeeft.
Voorbeeld
In het onderstaande voorbeeld wordt er van uitgegaan dat u de array myArray hebt gevuld
met een verzameling kasstroomwaarden. Als het rentetarief voor de financiering
12% is, en het tarief voor de inkomsten is 11,5%, wat is dan het aangepaste interne
rendement? Het antwoord wordt toegewezen aan de variabele MIRRValue:
Zie ook
Finance.irr-functie
Finance.rate-functie
Finance.nper
Retourneert het aantal termijnen voor een annuïteit op basis van periodieke, vaste
betalingen en een niet-variërende rentevoet. Een annuïteit is een serie contante
betalingen, met een constante waarde en gedurende een bepaalde tijdsperiode.
Een
annuïteit kan betrekking hebben op een investering, bijvoorbeeld een spaarplan, of op een
lening, bijvoorbeeld een hypotheek.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- ratePerPeriod en eachPmt moeten
worden uitgedrukt in dezelfde eenheden, bijvoorbeeld, weken, maanden of jaren.
- Voor uitgaande geldbedragen,
bijvoorbeeld overmakingen naar een spaarfonds, gebruikt u negatieve getallen en voor
ontvangsten, bijvoorbeeld dividenduitkeringen, positieve getallen.
Syntaxis
nper( ratePerPeriod, eachPmt, presentValue, futureValue, whenDue )
Argumenten
- ratePerPeriod
Een numerieke expressie die het
rentetarief aangeeft dat per periode van toepassing is.
U dient deze waarde op te geven met dezelfde maateenheid als voor eachPmt.
Als eachPmt bijvoorbeeld wordt uitgedrukt als een maandelijkse betaling, moet voor
ratePerPeriod een maandelijks rentetarief worden opgegeven.
- eachPmt
Numerieke expressie die het bedrag per
betaling aangeeft. U dient deze waarde op te geven met
dezelfde maateenheid als voor ratePerPeriod. Als ratePerPeriod bijvoorbeeld wordt
uitgedrukt in maanden, moet eachPmt worden uitgedrukt als een maandelijkse betaling.
- presentValue
Een numerieke uitdrukking die de huidige
waarde aangeeft van een toekomstige betaling of serie betalingen.
Als u bijvoorbeeld vandaag
$23,94 inlegt op een spaarrekening en dat bedrag 15 jaar lang tegen 10% per jaar laat
staan, levert dat een eindbedrag op van ongeveer $100. In dit geval is de huidige
waarde van die $100 ongeveer $23.94.
- futureValue
Een numerieke expressie die het gewenste
saldo aangeeft na het voldoen van de laatste betaling.
Bijvoorbeeld:
- U wilt een spaarplan opstellen met
als doel om over 18 jaar te beschikken over $75.000, om bij te dragen aan de studie van uw
kind. Voor dit plan is de toekomstige waarde $75,000.
- U leent een bedrag van $11,000. De
toekomstige waarde is $0,00, zoals doorgaans het geval is voor een lening.
- whenDue
Een numerieke expressie die aangeeft of
elke betaling plaatsvindt aan het begin (1) of einde (0) van elke periode. Deze waarde
moet 0 of 1 zijn.
Voorbeeld
Het onderstaande voorbeeld gaat er van uit dat u op elke eerste dag van de maand een
bedrag aflost voor een lening van $20,000, tegen een rente van 11,5%. Als elke aflossing
$653,26 bedraagt, hoeveel betalingen moet u dan doen om de lening af te lossen?
Het antwoord, 36, wordt toegewezen aan de variabele NumPeriods.
Zie ook
Finance.fv-functie
Finance.ipmt-functie
Finance.pmt-functie
Finance.ppmt-functie
Finance.pv-functie
Finance.rate-functie
Finance.npv
Met deze functie berekent u de huidige nettowaarde van een variërende reeks periodieke
kasstromen, zowel positief als negatief, op basis van een gegeven rentevoet.
Waar met PV de huidige waarde van een serie constante betalingen wordt
vastgesteld, wordt met NPV hetzelfde gedaan voor een serie variabele betalingen.
De netto huidige waarde is de waarde van vandaag van alle toekomstige kasstromen met
betrekking tot een investering minus de oorspronkelijke kosten.
De netto huidige waarde komt overeen met het geldbedrag dat dezelfde winst of verlies
oplevert als de serie kasstromen in kwestie, wanneer dat geldbedrag vandaag op een
bankrekening zou worden gezet en zonder verdere mutaties rente vergaart met het
hetzelfde percentage <rate> en voor dezelfde periode als voor de kasstromen.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- De NPV-investering begint één
periode voor de datum van de eerste kasstroomwaarde en eindigt met de laatste
kasstroomwaarde in de array.
- Als de eerste kasstroom plaatsvindt
aan het begin van de eerste periode, moet de waarde ervan worden toegevoegd aan de door
NPV geretourneerde waarde en moet deze eerste kasstroomwaarde niet worden opgenomen in de
kasstroomwaarden van cashArray.
- Voor uitgaande geldbedragen,
bijvoorbeeld overmakingen naar een spaarfonds, gebruikt u negatieve getallen en voor
ontvangsten, bijvoorbeeld dividenduitkeringen, positieve getallen.
- cashArray moet ten minste één
negatief en één positief getal bevatten.
- In gevallen waar voor dezelfde
periode sprake is van zowel een positieve kasstroom, of ontvangst, als een negatieve kasstroom, of betaling,
wordt de netto kasstroom voor die periode gebruikt.
- Als voor een bepaalde periode
geen (netto) kasstroom optreedt, geeft u een 0 (nul) op als waarde voor die periode.
Omdat NPV de volgorde van de waarden binnen de array gebruikt voor
het interpreteren van de volgorde van de betalingen en ontvangsten, dient u er voor te
zorgen dat u de waarden voor betalingen en ontvangsten in de juiste volgorde opgeeft.
Syntaxis
npv( rate, cashArray )
Argumenten
- rate
Numerieke expressie die de discontovoet
voor de duur van de periode aangeeft. Geef voor deze waarde een decimaal getal op.
- cashArray
Een array aan
doubles die de naam aangeeft van een bestaande array van kasstroomwaarden.
Een array moet ten minste één positieve waarde (een ontvangen bedrag) en één
negatieve waarde (betaling) bevatten.
Voorbeeld
In het onderstaande voorbeeld wordt er van uitgegaan dat u de array myArray hebt
gevuld met een verzameling kasstroomwaarden en dat het rentetarief 11% is.
Wat is dan de netto huidige waarde? Het antwoord wordt toegewezen aan de variabele NetPValue:
Finance.percent
Deze functie berekent het percentage van twee getallen.
Deze functie voert ook de twee standaardtaken uit behorend bij het berekenen van
percentages: het verwerken van nul in de teller en het verwerken van null-waarden.
Syntaxis
percent( denom, num, valueIfZero )
Argumenten
- denom
De noemer. Het argument moet een
numerieke waarde hebben.
- num
De teller. Het argument moet een
numerieke waarde hebben. De waarde mag nul zijn.
- valueIfZero
De te retourneren percentagewaarde als
de teller gelijk is aan nul. De standaardwaarde is null.
Resultaat
De verhouding tussen de twee getallen,
uitgedrukt als percentage. Levert 0 op als de teller nul is. Levert null op als een van
beide argumenten null is.
Voorbeeld
Finance.pmt
Deze functie retourneert de betaling voor een annuïteit op basis van periodieke, vaste
betalingen en een niet-variërende rentevoet. Een annuïteit is een serie contante
betalingen, met een constante waarde en gedurende een bepaalde tijdsperiode.
Een annuïteit kan betrekking hebben op een investering, bijvoorbeeld een spaarplan, of op
een lening, bijvoorbeeld een hypotheek.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- ratePerPeriod en numberPayPeriods
moeten worden uitgedrukt in dezelfde eenheden, bijvoorbeeld, weken, maanden of jaren.
- Voor uitgaande geldbedragen,
bijvoorbeeld overmakingen naar een spaarfonds, gebruikt u negatieve getallen en voor
ontvangsten (bijvoorbeeld dividenduitkeringen) positieve getallen.
Syntaxis
pmt( ratePerPeriod, numberPayPeriods, presentValue, futureValue, whenDue )
Argumenten
- ratePerPeriod
Een numerieke expressie die het
rentetarief aangeeft dat per periode van toepassing is. U dient deze waarde op te geven
met dezelfde maateenheid als voor ratePerPeriod. Als numberPayPeriods bijvoorbeeld
wordt uitgedrukt in maanden, moet ratePerPeriod worden uitgedrukt als een maandelijks
rentetarief.
- numberPayPeriods
Een numerieke expressie die aangeeft wat
het totale aantal betalingstermijnen is voor de annuïteit. U dient deze waarde op te
geven met dezelfde maateenheid als voor ratePerPeriod. Als ratePerPeriod bijvoorbeeld
wordt uitgedrukt als een maandelijks rentetarief, moet numberPayPeriods worden uitgedrukt
in maanden.
- presentValue
Een numerieke uitdrukking die de huidige
waarde aangeeft van een toekomstige betaling of serie betalingen.
Als u bijvoorbeeld vandaag $23,94 inlegt
op een spaarrekening en dat bedrag 15 jaar lang tegen 10% per jaar laat staan, levert dat
een eindbedrag op van ongeveer $100. In dit geval is de huidige waarde van die $100
ongeveer $23.94.
- futureValue
Een numerieke expressie die het gewenste
saldo aangeeft na het voldoen van de laatste betaling.
Bijvoorbeeld:
- U wilt een spaarplan opstellen met
als doel om over 18 jaar te beschikken over $75.000, om bij te dragen aan de studie van
uw kind. Voor dit plan is de toekomstige waarde $75,000.
- U leent een bedrag van $11,000. De
toekomstige waarde is $0,00, zoals doorgaans het geval is voor een lening.
- whenDue
Een numerieke expressie die aangeeft of
elke betaling plaatsvindt aan het begin (1) of einde (0) van elke periode. Deze waarde
moet 0 of 1 zijn.
Voorbeeld
Het onderstaande voorbeeld gaat er van uit dat u gedurende 36 maanden op elke eerste dag
van de maand een bedrag aflost voor een lening van $20,000, tegen een rente van 11,5%. Hoe
hoog is dan de waarde van elk van uw betalingen? Het antwoord, $653,26, wordt toegewezen
aan PaymentAmt.
Zie ook
Finance.fv-functie
Finance.ipmt-functie
Finance.nper-functie
Finance.ppmt-functie
Finance.pv-functie
Finance.rate-functie
Finance.ppmt
Hiermee berekent u de aflossing voor een annuïteit voor een bepaalde termijn op basis van
periodieke, vaste betalingen en een constante rentevoet.
Een annuïteit is een serie contante betalingen, met een constante waarde en gedurende een
bepaalde tijdsperiode. Een annuïteit kan betrekking hebben op een investering,
bijvoorbeeld een spaarplan, of op een lening, bijvoorbeeld een hypotheek. Elke betaling
in een annuïteit bestaat uit twee onderdelen: aflossing en rente. Met ppmt berekent
u het aflossingsdeel van een betaling.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- ratePerPeriod en numberPayPeriods moeten
worden uitgedrukt in dezelfde eenheden, bijvoorbeeld weken, maanden of jaren.
- Voor uitgaande geldbedragen,
bijvoorbeeld overmakingen naar een spaarfonds, gebruikt u negatieve getallen en voor
ontvangsten, bijvoorbeeld dividenduitkeringen, positieve getallen.
Syntaxis
ppmt( ratePerPeriod, singlePeriod, numberPayPeriods, presentValue, futureValue, whenDue )
Argumenten
- ratePerPeriod
Een numerieke expressie die het
rentetarief aangeeft dat per periode van toepassing is. U dient deze waarde op te geven
met dezelfde maateenheid als voor numberPayPeriods. Als numberPayPeriods bijvoorbeeld
wordt uitgedrukt in maanden, moet ratePerPeriod worden uitgedrukt als een maandelijks
rentetarief.
- singlePeriod
Numerieke expressie die de periode
aangeeft waarvoor u wilt berekenen welk deel van de betaling uit rente bestaat. Deze
waarde varieert van 1 tot en met de waarde voor numberPayPeriods.
- numberPayPeriods
Een numerieke expressie die aangeeft wat
het totale aantal betalingstermijnen is voor de annuïteit. U dient deze waarde op te
geven met dezelfde maateenheid als voor ratePerPeriod. Als ratePerPeriod bijvoorbeeld
wordt uitgedrukt als een maandelijks rentetarief, moet numberPayPeriods worden uitgedrukt
in maanden.
- presentValue
Een numerieke uitdrukking die de huidige
waarde aangeeft van een toekomstige betaling of serie betalingen.
Als u bijvoorbeeld vandaag $23,94 inlegt
op een spaarrekening en dat bedrag 15 jaar lang tegen 10% per jaar laat staan, levert dat
een eindbedrag op van ongeveer $100. In dit geval is de huidige waarde van die $100
ongeveer $23.94.
- futureValue
Een numerieke expressie die het gewenste
saldo aangeeft na het voldoen van de laatste betaling.
Bijvoorbeeld:
- U wilt een spaarplan opstellen met
als doel om over 18 jaar te beschikken over $75.000, om bij te dragen aan de studie van
uw kind. Voor dit plan is de toekomstige waarde $75,000.
- U leent een bedrag van $11,000. De
toekomstige waarde is $0,00, zoals doorgaans het geval is voor een lening.
- whenDue
Een numerieke expressie die aangeeft of
elke betaling plaatsvindt aan het begin (1) of einde (0) van elke periode. Deze waarde
moet 0 of 1 zijn.
Voorbeeld
Het onderstaande voorbeeld gaat er van uit dat u gedurende 36 maanden op elke eerste dag
van de maand een bedrag aflost voor een lening van $20,000, tegen een rente van 11,5%.
Hoe groot is dan het aflossingsdeel van uw 5e betaling? Het antwoord, $481,43,
wordt toegewezen aan Principal5:
Zie ook
Finance.fv-functie
Finance.ipmt-functie
Finance.nper-functie
Finance.pmt-functie
Finance.pv-functie
Finance.rate-functie
Finance.pv
Deze functie berekent de huidige waarde van een annuïteit op basis van periodieke,
constante toekomstige betalingen en een niet-variërende rentevoet. Een annuïteit is een
serie contante betalingen, met een constante waarde en gedurende een bepaalde
tijdsperiode. Een annuïteit kan betrekking hebben op een investering, bijvoorbeeld een
spaarplan, of op een lening, bijvoorbeeld een hypotheek. De huidige waarde is de waarde
van vandaag van een toekomstige betaling, of van een reeks betalingen vanwege een
annuïteit.
Als u bijvoorbeeld vandaag $23,94 inlegt op een spaarrekening en dat bedrag 15 jaar lang
tegen 10% per jaar laat staan, levert dat een eindbedrag op van ongeveer $100. De huidige
waarde van die $100 is dan ongeveer $23.94.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- ratePerPeriod en numberPayPeriods
moeten worden uitgedrukt in dezelfde eenheden, bijvoorbeeld, weken, maanden of jaren.
- Voor uitgaande geldbedragen,
bijvoorbeeld overmakingen naar een spaarfonds, gebruikt u negatieve getallen en voor
ontvangsten, bijvoorbeeld dividenduitkeringen, positieve getallen.
Syntaxis
pv( ratePerPeriod, numberPayPeriods, eachPmt, futureValue, whenDue )
Argumenten
- ratePerPeriod
Een numerieke expressie die het
rentetarief aangeeft dat per periode van toepassing is. U dient deze waarde op te geven
met dezelfde maateenheid als voor numberPayPeriods. Als numberPayPeriods bijvoorbeeld
wordt uitgedrukt in maanden, moet ratePerPeriod worden uitgedrukt als een maandelijks
rentetarief.
- numberPayPeriods
Een numerieke expressie die aangeeft wat
het totale aantal betalingstermijnen is voor de annuïteit. U dient deze waarde op te
geven met dezelfde maateenheid als voor ratePerPeriod. Als ratePerPeriod bijvoorbeeld
wordt uitgedrukt als een maandelijks rentetarief, moet numberPayPeriods worden uitgedrukt
in maanden.
- eachPmt
Numerieke expressie die het bedrag per
betaling aangeeft. U dient deze waarde op te geven met dezelfde maateenheid als voor
ratePerPeriod. Als ratePerPeriod bijvoorbeeld wordt uitgedrukt in maanden, moet eachPmt
worden uitgedrukt als een maandelijkse betaling.
- futureValue
Een numerieke expressie die het gewenste
saldo aangeeft na het voldoen van de laatste betaling.
Bijvoorbeeld:
- U wilt een spaarplan opstellen met
als doel om over 18 jaar te beschikken over $75.000, om bij te dragen aan de studie van
uw kind. Voor dit plan is de toekomstige waarde $75,000.
- U leent een bedrag van $11,000. De
toekomstige waarde is $0,00, zoals doorgaans het geval is voor een lening.
- whenDue
Een numerieke expressie die aangeeft of
elke betaling plaatsvindt aan het begin of einde van elke periode. Deze waarde moet
1 zijn voor het begin van de periode, of 0 (nul) voor het einde van de periode.
Voorbeeld
Het volgende voorbeeld gaat er van uit dat u van plan bent een
obligatie aan te schaffen met een nominale waarde van $1000. De obligatie keert jaarlijks
een coupon van $100 uit, loopt af in 15 jaar, waarbij de eerstvolgende coupon wordt
uitbetaald aan het einde van een jaar. Het rendement bij het aflopen van de
obligatie is voor vergelijkbare obligaties gelijk aan 12,5%. Wat is dan een redelijke
prijs voor deze obligatie, of anders gesteld, wat is de huidige waarde? Het antwoord,
$834,18, wordt toegewezen aan de variabele PresentValue:
Het volgende voorbeeld gaat er van uit dat u de loterij hebt gewonnen. De jackpot
bedraagt $10 miljoen, die u ontvangt in jaarlijkse termijnen van $500.000, gedurende 20
jaar, met ingang van 1 jaar na vandaag. Als de jaarlijkse rente 9,5% bedraagt, wat is dan
de huidige waarde van de jackpot? Het antwoord, $4.406.191,06, wordt toegewezen aan
PresentValue:
Het volgende voorbeeld gaat er van uit dat u over drie jaar
$11.000 wilt hebben gespaard. Als de rente 10,5% bedraagt en u wilt aan het begin van iedere
maand $325 inleggen, wat moet dan het beginsaldo zijn van de spaarrekening om het
gewenste eindsaldo te bereiken? Het antwoord, $2.048,06, wordt toegewezen aan StartValue.
Hierbij wordt eachPmt uitgedrukt met een negatief getal omdat het een betaling betreft.
Zie ook
Finance.fv-functie
Finance.ipmt-functie
Finance.nper-functie
Finance.pmt-functie
Finance.ppmt-functie
Finance.rate-functie
Finance.rate
Deze functie berekent het rentepercentage per periode voor een annuïteit.
Een annuïteit is een serie contante betalingen, met een constante waarde en gedurende een bepaalde
periode. Een annuïteit kan betrekking hebben op een investering, bijvoorbeeld een
spaarplan, of op een lening, bijvoorbeeld een hypotheek.
Rate voert een repeterende berekening uit voor het rentepercentage van een
annuïteit. Beginnend met de waarde van startingGuess (beginschatting) wordt de
berekening herhaald totdat het resultaat een afwijking heeft van hoogstens 0,00001
procent. Als er na 20 herhalingen geen
resultaat wordt vastgesteld, mislukt de functie.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- numberPayPeriods en eachPmt
moeten worden uitgedrukt in dezelfde eenheden, bijvoorbeeld weken, maanden of jaren.
- Voor uitgaande geldbedragen,
bijvoorbeeld overmakingen naar een spaarfonds, gebruikt u negatieve getallen en voor
ontvangsten, bijvoorbeeld dividenduitkeringen, positieve getallen.
De volgende tips kunnen van pas komen:
- Omdat Rate de volgorde van de waarden binnen de array gebruikt voor
het interpreteren van de volgorde van de betalingen en ontvangsten, dient u er voor te
zorgen dat u de waarden voor betalingen en ontvangsten in de juiste volgorde opgeeft.
- Als de functie Rate mislukt, probeer
dan of een andere waarde voor startingGuess wel het gewenste resultaat oplevert.
Syntaxis
rate( numberPayPeriods, eachPmt, presentValue, futureValue, whenDue, startingGuess )
Argumenten
- numberPayPeriods
Een numerieke expressie die aangeeft wat
het totale aantal betalingstermijnen is voor de annuïteit. U dient deze waarde op te
geven met dezelfde maateenheid als voor eachPmt. Als eachPmt bijvoorbeeld wordt
uitgedrukt als een maandelijkse betaling, moet numberPayPeriods worden uitgedrukt in
maanden.
- eachPmt
Numerieke expressie die het bedrag per
betaling aangeeft. U dient deze waarde op te geven met dezelfde maateenheid als voor
numberPayPeriods. Als numberPayPeriods bijvoorbeeld wordt
uitgedrukt in maanden, moet eachPmt worden uitgedrukt als een maandelijkse betaling.
- presentValue
Een numerieke uitdrukking die de huidige
waarde aangeeft van een toekomstige betaling of serie betalingen.
Als u bijvoorbeeld vandaag $23,94 inlegt
op een spaarrekening en dat bedrag 15 jaar lang tegen 10% per jaar laat staan, levert dat
een eindbedrag op van ongeveer $100. In dit geval is de huidige waarde van die $100
ongeveer $23.94.
- futureValue
Een numerieke expressie die het gewenste
saldo aangeeft na het voldoen van de laatste betaling.
Bijvoorbeeld:
- U wilt een spaarplan opstellen met
als doel om over 18 jaar te beschikken over $75.000, om bij te dragen aan de studie van
uw kind. Voor dit plan is de toekomstige waarde $75,000.
- U leent een bedrag van $11,000. De
toekomstige waarde is $0,00, zoals doorgaans het geval is voor een lening.
- whenDue
Een numerieke expressie die aangeeft of
elke betaling plaatsvindt aan het begin of einde van elke periode. Deze waarde moet 1
zijn voor het begin van de periode, of 0 (nul) voor het einde van de periode.
- startingGuess
Een numerieke expressie die de waarde
aangeeft die naar verwachting door Rate wordt geretourneerd. In de meeste gevallen is dit
0,1 (10 procent).
Voorbeeld
Het volgende voorbeeld gaat er van uit dat u een lening ter waarde van $20,000 hebt
afgesloten, die u in drie jaar wilt afbetalen.
Als u hiervoor aan het begin van iedere maand $653,26 aflost, wat is dan het
rentepercentage dat u betaalt? Het antwoord, ,115 of 11,5%, wordt toegewezen aan de
variabele InterestRate. Houd er rekening mee dat het resultaat van
Rate met 12 moet worden vermenigvuldigd om het jaarlijkse percentage te bepalen:
Zie ook
Finance.fv-functie
Finance.ipmt-functie
Finance.nper-functie
Finance.pmt-functie
Finance.ppmt-functie
Finance.pv-functie
Finance.sln
Deze functie retourneert de lineaire afschrijving van activa voor een enkele periode.
Lineaire afschrijving is de oudste en meest eenvoudige afschrijvingsmethode voor
vaste activa. De functie trekt de geschatte restwaarde van de activa af van de
boekwaarde, waarna dit verschil gelijkmatig wordt verdeeld over de levensduur van de
activa.
Dergelijke procedures worden gebruikt voor uniforme jaarlijkse afschrijvingskosten die
ten laste vallen van de inkomsten voordat de belasting wordt berekend. Alle argumenten
moeten positieve getallen zijn.
Syntaxis
sln( initialCost, salvageValue, assetLifespan )
Argumenten
- initialCost
Numerieke expressie die de
oorspronkelijke kosten van activa aangeeft.
- salvageValue
Numerieke expressie die de waarde
aangeeft van de activa aan het einde van de levensduur. U kunt een restwaarde opgeven als
u wilt weten hoe de lineaire afschrijving zich verhoudt tot de restwaarde. U kunt ook de
lineaire afschrijving voor een restwaarde van 0 laten berekenen door 0 (nul) op te geven
voor de restwaarde.
- assetLifespan
Numerieke expressie die de
lengte aangeeft van de levensduur van de activa. U dient deze waarde op te
geven met dezelfde maateenheid als voor het gewenste resultaat. Als u bijvoorbeeld wilt
dat SLN de jaarlijkse afschrijving van de activa vaststelt, dient u voor
assetLifespan een aantal jaren op te geven.
Voorbeeld
Met het volgende voorbeeld wordt de lineaire afschrijving berekend.
Dit voorbeeld betreft een nieuwe machine die is aangeschaft
voor $1400, met een restwaarde van $200 en een geschatte levensduur van 10 jaar.
Het resultaat, jaarlijks $120, wordt toegewezen aan AnnualDeprec:
Zie ook
Finance.ddb-functie
Finance.syd-functie
Finance.syd
Deze functie retourneert de "sum-of-years'-digits"-afschrijving (methode van de som
van de jaareenheden) van de activa, voor de opgegeven periode.
"Sum-of-years'-digits"-afschrijving is een versnelde afschrijvingsmethode die resulteert in hogere
afschrijvingskosten en grotere belastingbesparingen gedurende de beginjaren van de
levensduur van vaste activa dan bij gebruik van de lineaire afschrijvingsmethode (SLN),
waarbij de kosten gedurende de gehele periode constant zijn.
De functie baseert de afschrijving op een omgekeerde schaal van het totaal
van de cijfers voor het aantal jaren van de levensduur.
Als de levensduur van de activa bijvoorbeeld 4 jaar is, is het totaal van de cijfers
4, 3, 2 en 1 gelijk aan 10. De SYD voor het eerste jaar is dan vier tiende (40%) van de
afschrijfbare waarde van de activa, ofwel de aanschafprijs minus de restwaarde.
Het percentage voor het tweede jaar is dan drie tiende (30%), enzovoort.
Hierbij zijn de volgende regels van toepassing:
- singlePeriod en assetLifespan moeten
beide worden uitgedrukt in dezelfde tijdseenheid.
- Alle argumenten moeten positieve
getallen zijn.
Syntaxis
syd( initialCost, salvageValue, assetLifespan, singlePeriod )
Argumenten
- initialCost
Numerieke expressie die de
oorspronkelijke kosten van activa aangeeft.
- salvageValue
Numerieke expressie die de waarde
aangeeft van de activa aan het einde van de levensduur.
- assetLifespan
Numerieke expressie die de lengte
aangeeft van de levensduur van de activa. U dient deze waarde op te geven met
dezelfde maateenheid als voor singlePeriod. Als de waarde voor singlePeriod één maand is,
moet u voor assetLifespan een aantal maanden opgeven.
- singlePeriod
Numerieke expressie die de periode
aangeeft waarvoor syd de afschrijving moet berekenen. U dient deze waarde op te geven met
dezelfde maateenheid als voor assetLifespan. Als assetLifespan bijvoorbeeld is uitgedrukt
in maanden, moet de waarde voor singlePeriod overeenkomen met de periode van één maand.
Voorbeeld
Met het volgende voorbeeld wordt de afschrijving voor het eerste jaar berekend met
behulp van de "sum-of-years'-digits"-methode. Dit voorbeeld betreft een nieuwe machine die is aangeschaft
voor $1400, met een restwaarde van $200 en een geschatte levensduur van 10 jaar.
Het resultaat, $218,18, wordt toegewezen aan Year1Deprec.
Opmerking:
- Dit resultaat komt overeen met 10/55 * $1.200
- 55 = 10 + 9 + 8 + 7 + 6 + 5 + 4 + 3 + 2 + 1
- 10 is de 1ste (Jaar 1) term van deze rij cijfers:
Met het volgende voorbeeld wordt de afschrijving berekend voor dezelfde activa, voor het
tweede jaar van de levensduur. Het resultaat, $196,36, wordt toegewezen aan Year2Deprec.
Opmerking:
- Dit resultaat komt overeen met 9/55 * $1,200
- 55 = 10 + 9 + 8 + 7 + 6 + 5 + 4 + 3 + 2 + 1
- 9 is de 2e (jaar 2) term van deze rij cijfers:
Zie ook
Finance.ddb-functie
Finance.sln-functie
