Vorige onderwerpVolgende onderwerp


Zelfstudieprogramma 4: Een grafiek maken

Dit gedeelte bevat stapsgewijze instructies voor het opstellen van een rapport waarmee ordertotalen worden afgebeeld die per productlijn zijn georganiseerd. Het rapport geeft de informatie grafisch weer in een cirkeldiagram.

Voor dit diagram worden gegevens uit de voorbeelddatabase, Classic Models gebruikt. U installeert die database als u BIRT installeert.Afbeelding 14-1 toont de grafiek die u in het zelfstudieprogramma hebt gemaakt.

Afbeelding 14-1 Grafiek voltooid zelfstudieprogramma

Als u deze grafiek wilt maken, voert u de volgende taken uit:

Taak 1: Rapportontwerp opstellen

Voordat u begint met het ontwerpen van een grafiek, moet u een rapportontwerpbestand maken waarin de grafiek moet worden afgebeeld en vervolgens stelt u de gegevensbron en gegevensset in die door de grafiek worden gebruikt. Deze taken zijn uitgebreid besproken in eerdere gedeelten van dit boek, inclusief een zelfstudieprogramma waarin u een voorbeeldrapport maakt. In dit zelfstudieprogramma wordt uitgelegd hoe u de specifieke gegevens moet selecteren die u gebruikt om een voorbeeldcirkeldiagram te maken.

  1. Met behulp van de sjabloon Leeg rapport maakt u een nieuw rapportontwerp genaamd Chart.rptdesign.
  2. Maak een gegevensbron voor het rapportontwerpbestand met behulp van de voorbeelddatabase, Classic Models.
  3. Maak een gegevensset voor de grafiek. Gebruik de volgende gegevenssetnaam:
  4. ChartData 
    
    Gebruik de volgende SQL SELECT-instructie:
    SELECT Products.ProductLine, 
    sum(OrderDetails.QuantityOrdered) 
    FROM OrderDetails, 
    Products 
    WHERE Products.ProductCode=OrderDetails.ProductCode 
    GROUP BY Products.ProductLine 
    ORDER BY Products.ProductLine 
    
    Deze instructie haalt waarden op uit de kolom ProductLine in de tabel Products. Vervolgens groepeert het de resultaten per productlijn en berekent het de som van de orderaantallen voor elke groep.
  5. Bekijk een preview van de query om de gegevens te valideren die worden opgehaald. Als u de SELECT-instructie op de juiste ma nier hebt gemaakt, ziet u de gegevensrijen die verschijnen in Afbeelding 14-2.
  6. Afbeelding 14-2 Een preview van de gegevensset bekijken
    In de eerste kolom worden productlijnnamen afgebeeld.De tweede kolom beeldt de som van de ordertotalen af voor elke productlijn. De somkolom heet 2.
  7. Als u de naam van de kolom wilt wijzigen in iets dat beschrijvender is, kiest u Uitvoerkolommen. Gebruik de volgende tekst voor de alias van kolom 2:
  8. TotalOrders 
    
    Gebruik de volgende tekst voor de weergavenaam van kolom 2:
    TOTALORDERS 
    
  9. U bent nu klaar met het instellen van het rapportontwerpbestand. Als u Gegevensset bewerken wilt sluiten en de layout-editor wilt openen, kiest u OK.

Taak 2: De grafiek toevoegen aan het rapport

U gebruikt het palet om een grafiekelement toe te voegen en selecteert vervolgens een grafiektype. In dit zelfstudieprogramma maakt u een cirkeldiagram.

  1. Kies Palet en sleep een grafiekelement van het palet naar het rapport, zoals in Afbeelding 14-3.
  2. Afbeelding 14-3 Een grafiekelement toevoegen aan een rapport
    Het venster Nieuwe grafiek verschijnt. Als u een bestaande grafiek selecteert, luidt de venstertitel Grafiek bewerken. Op de pagina Grafiekvoorbeeld selecteren worden de verschillende soorten grafieken afgebeeld die u kunt maken. Elk voorbeeld van een grafiektype bevat verschillende subtypen en bieden u een uitgebreid bereik aan beschikbare typen.
    Als u de Grafiek bewerken bijvoorbeeld voor het eerst opent, ziet u drie verschillende staafdiagramsubtypen, zoals in Afbeelding 14-4. Als u een ander type selecteert bij Grafiekvoorbeeld selecteren, worden de beschikbare subtypen voor dat type grafiek afgebeeld. Deze subtypen maken twee-dimensionale grafieken. Later in dit hoofdstuk leert u hoe u de optie Dimensie kunt gebruiken om nog meer subtypen af te beelden.

    Afbeelding 14-4 Grafiekvoorbeeld selecteren met daarin de subtypen van een staafdiagram
  3. In de lijst Grafiekvoorbeeld selecteren, selecteert u Cirkeldiagram. In Grafiek bewerken wordt het cirkeldiagram afgebeeld in het previewvenster, zoals in Afbeelding 14-5. Cirkeldiagrammen hebben slechts één tweedimensionaal subtype, dus ziet u slechts een optie in het gebied Subtype. Wanneer u een grafiek ontwerpt, geeft het previewvenster u een indicatie van de voortgang die u boekt. Als u bijvoorbeeld de kleuren van de cirkeldiagramsectoren wijzigt of de standaard-titeltekst vervangt door een nieuwe titel, worden de wijzigingen in het previewvenster weergegeven.
  4. Afbeelding 14-5 Tweedimensionaal subtype voor een cirkeldiagram

Taak 3: Gegevens leveren voor een grafiek

In dit zelfstudieprogramma hebt u al de gegevensbronverbinding en de gegevensset gemaakt die u nodig hebt. Indien nodig kunt u het venster Grafiek bewerken gebruiken om een nieuwe gegevensset te maken of om filters of parameters te maken waarmee de grafiekgegevens worden verfijnd. Nadat u de gegevensset hebt geselecteerd die moet worden gebruikt, moet u de expressies instellen die door de grafiek worden gebruikt. Elk type grafiek gebruikt de gegevens op een andere manier. Voor een cirkeldiagram, moet u gegevensexpressies selecteren waarmee het volgende wordt opgegeven:

U kunt verschillende technieken gebruiken om een gegevensexpressie voor een grafiek op te geven. De eenvoudigste manier om op te geven welke gegevens moeten worden gebruikt, is om een kolom van gegevenspreview te verslepen naar een veld. U kunt de expressie ook typen of u kunt Expressie opbouwen gebruiken om een expressie te maken.

  1. Als u naar de pagina wilt navigeren die u gebruikt om gegevens op te geven, kiest u Volgende. Vervolgens kiest u op de pagina Gegevens selecteren de optie Gegevensset selecteren. In Afbeelding 14-6 ziet u de beschikbare opties.
  2. Afbeelding 14-6 De gegevensset selecteren die u hebt gemaakt.
    Dit rapportbestand bevat slechts een gegevensset, ChartData. Als het bestand meer gegevenssets zou bevatten, zouden de namen van de gegevenssets verschijnen in de vervolgkeuzelijst.
    In de onderste helft van het venster Grafiek bewerken worden in Gegevenspreview bepaalde gegevens afgebeeld van de gegevensset die u gebruikt. U kunt de kolommen met de productlijnen en de totale orders zien. Standaard worden in Gegevenspreview zes gegevensrijen afgebeeld.
  3. Om te bepalen welke sectoren in het cirkeldiagram worden weergegeven, geeft u eerst een categorieserie-expressie op. In Gegevenspreview, selecteert u de kolomkoptekst PRODUCTLINE en sleept u deze naar het lege veld rechts van Categoriedefinitie, zoals in Afbeelding 14-7.
  4. Afbeelding 14-7 Een categorieserie-expressie opgeven
    De volgende expressie verschijnt in Categoriedefinitie.
    row["PRODUCTLINE"] 
    
    In Gegevenspreview verschijnt de productlijnkolom nu gekleurd om aan te geven dat u de kolom in de grafiek hebt gebruikt.Afbeelding 14-8 toont de geselecteerde kolom.

    Afbeelding 14-8 Gegevenspreview met geselecteerde kolom
  5. Als u de grootte van elke sector wilt instellen, selecteert u de kolomkoptekst TOTALORDERS en sleept u deze naar het lege veld onder Definitie segmentgrootte, zoals in Afbeelding 14-9.
  6. Afbeelding 14-9 Een waardeserie-expressie opgeven
    De volgende expressie verschijnt in Definitie segmentgrootte:
    row["TOTALORDERS"] 
    
    In Gegevenspreview verschijnt de kolom met het totaalaantal orders nu gekleurd om aan te geven dat de kolom in de grafiek wordt gebruikt. De afbeelding in de Grafiekpreview wordt ook gewijzigd en gebruikt de gegevens die u hebt opgegeven. De The productlijnen zijn grafiekcategorieën. Elke sector vertegenwoordigt één productlijn. De ordertotalen zijn grafiekwaarden. De grootte van elke sector vertegenwoordigt het totale aantal orders voor die productlijncategorie. U kunt de previewafbeelding gebruiken om te controleren of u de juiste expressies voor de grafiek hebt opgegeven. De previewafbeelding moet lijken op de afbeelding die is afgebeeld in Afbeelding 14-10.

    Afbeelding 14-10 Grafiekpreview-afbeelding

Nu hebt u de benodigde stappen uitgevoerd om een basiscirkeldiagram te maken. Om te controleren of de grafiek er juist uitziet in het rapport, bekijkt u het rapport met de previewfunctie.

Taak 4: Grafiek bekijken

Tussentijds testen is een belangrijk aspect van het ontwikkelingsproces. Als uw werk op verschillende punten in het proces wordt geëvalueerd, voorkomt u dat u tijd verspilt omdat het rapport de verkeerde kant opgaat. De previewafbeelding in het venster Grafiek bewerken is één manier om uw voortgang te controleren. U moet ook de previewfunctie gebruiken om te evalueren hoe de grafiek er in een rapportdocument uit ziet.

  1. Als u het venster Grafiek bewerken wilt sluiten, kiest u Voltooien. Het grafiekelement verschijnt in de layout-editor. De grafiek moet lijken op de grafiek die is afgebeeld in Afbeelding 14-11.
  2. Afbeelding 14-11 Grafiekelement in de layout-editor
  3. Het grafiekelement wordt klein afgebeeld, relatief aan de rapportpagina. Als u de grafiek groter wilt maken zodat de gegevens duidelijker verschijnen en een groter deel van de rapportpagina innemen, vergroot u het grafiekelement naar ongeveer 5 inches breed en 3 inches hoog. Als u de grafiek wilt vergroten, selecteert u de grafiek en vervolgens versleept u de grepen die in de kaders van het grafiekelement verschijnen, zoals in Afbeelding 14-12.
  4. Afbeelding 14-12 Een grafiekelement vergroten
  5. Kies Preview om de grafiek af te beelden. De grafiek lijkt op de grafiek die wordt afgebeeld in Afbeelding 14-13.
  6. Afbeelding 14-13 Grafiek in de previewfunctie

De grafiek maakt gebruik van de juiste gegevens, maar de indeling ziet er niet erg aantrekkelijk uit. U moet de presentatie en organisatie van de grafiek verfijnen om de door u gewenste punten te benadrukken. De overige procedures in dit zelfstudieprogramma helpen u bij het aanpassen van de grafiek. Wijzigingen die u kunt aanbrengen zijn onder andere het maken van een nieuwe titel, het aanpassen van de gegevenslabels en het verwijderen van de legenda.

Taak 5: Grafiektitel wijzigen

Momenteel beeldt de grafiek een standaardtitel af.

  1. Kies Layout om terug te gaan naar de layout-editor en dubbelklik vervolgens op het grafiekontwerp om het venster Grafiek bewerken te openen.
  2. Kies Grafiek opmaken en kies vervolgens Grafiekgebied in de lijst aan de linkerkant. Afbeelding 14-14 toont het venster Grafiek bewerken.
  3. Afbeelding 14-14 Een titel toevoegen in het gedeelte Grafiekgebied.
  4. Bij Grafiektitel typt u:
  5. Orders per productlijn 
    
    De previewafbeelding geeft de wijziging weer, zoals in Afbeelding 14-15.

    Afbeelding 14-15 Grafiekpreview-afbeelding met nieuwe titel

Taak 6: Grafiekpresentatie verfijnen

Naast de titel bevat de grafiek labels waarmee de waarde van elke sector wordt aangegeven. Een legenda geeft aan welke productlijn een sector vertegenwoordigt. Hoewel de legenda nuttige informatie bevat, neemt het ruimte in de grafiek in beslag en vermindert het de grootte van het cirkeldiagram. U kunt de legenda verwijderen en de legendagegevens toevoegen aan de sectorlabels om dezelfde informatie op een andere manier af te beelden. Een bijkomend voordeel van het verplaatsen van de labels is dat, wanneer u het rapport afdrukt, de grafiek duidelijk aangeeft welke sector een productlijn vertegenwoordigt, zelfs als de kleuren niet duidelijk kunnen worden onderscheiden. Elk gegevenslabel beeldt categoriegegevens (de sectornaam) en waardegegevens (het totaalaantal orders voor de sector) af. Met het volgende label wordt bijvoorbeeld de motorfietsensector aangegeven:

Motorcycles: 12,778 
  1. Als u naar het legendagedeelte van Grafiek bewerken wilt gaan, kiest u Legenda uit de lijst aan de linkerkant, zoals in Afbeelding 14-16.
  2. Afbeelding 14-16 Legendagedeelte van Grafiek opmaken
  3. Als u het venster wilt openen waarin u de legenda wilt wissen. kiest u Opmaak onder aan het scherm. Legenda opmaken verschijnt, zoals in Afbeelding 14-17.
  4. Afbeelding 14-17 Legenda opmaken gebruiken om de legenda te verbergen
  5. Deselecteer Zichtbaar en sluit vervolgens het venster. Grafiekpreview geeft de wijziging weer. De grafiek lijkt op de grafiek die wordt afgebeeld in Afbeelding 14-18.
  6. Afbeelding 14-18 Grafiek met verborgen legenda
  7. Nu kunt u de legendagegevens aan de sectorlabels toevoegen. Ga naar het opmaakgedeelte voor waardeseries en kies Labels. Labels geven aan welke gegevens door de sectorlabels worden afgebeeld. U kunt Labels ook gebruiken om de labelopmaak te wijzigen, zoals kaders en tekststijl.Afbeelding 14-19 beeldt Labels af.
  8. Afbeelding 14-19 Labels
  9. Als u de sectienaam aan het label wilt toevoegen moet u ervoor zorgen dat Categoriegegevens verschijnt in de vervolgkeuzelijst in het gebied Waarden en vervolgens kiest u Toevoegen. Categoriegegevens verschijnt onder Waardegegevens in de lijst, zoals in Afbeelding 14-20.
  10. Afbeelding 14-20 Categoriegegevens aan een label toevoegen
  11. Als u deze instellingen gebruikt, geven de labels sectornamen weer en vervolgens sectornamen. U wilt de labelgegevens opnieuw rangschikken zodat de sectornamen eerst verschijnen. Selecteer Waardegegevens en kies Verwijderen en selecteer vervolgens in de vervolgkeuzelijst opnieuw Waardegegevens en kies Toevoegen. Waardegegevens verschijnt nu onder Categoriegegevens in de lijst, zoals in Afbeelding 14-21.
  12. Afbeelding 14-21 Labels met opnieuw gerangschikte gegevens
    Nu beelden de labels de gegevens in de juiste volgorde af, maar moet u nog steeds de labelpresentatie wijzigen. Als u meer dan een soort gegevens in een label gebruikt, kunt u een scheidingsteken gebruiken tussen de verschillende secties. Het huidige scheidingsteken is een komma.
  13. Als u het scheidingsteken wilt wijzigen, typt u in Scheiding een dubbele punt (:) en vervolgens een spatie. Afbeelding 14-22 geeft aan waar u de scheidingstekst moet typen.
  14. Afbeelding 14-22 Een labelscheidingsteken toevoegen

  15. Omdat de grafiek gegevens met hele getallen gebruikt, is een getalnotatie die decimale waarden weergeeft niet nodig. Als u de getalnotatie van het waardegedeelte van het label wilt wijzigen, selecteert u Waardegegevens in de lijst en vervolgens selecteert u Notatie bewerken. U kunt Notatie bewerken gebruiken om de getalnotatie van datum en tijd of numerieke gegevens te wijzigen.
  16. Selecteer Standaard en wijzig de waarde bij Breuk (cijfers achter de komma) in 0. Op dat moment verschijnt Notatie bewerken zoals in Afbeelding 14-23.
  17. Afbeelding 14-23 Notatie bewerken
    Kies OK om Notatie bewerken te sluiten.

  18. Als u de indelingskenmerken van de labeltekst wilt wijzigen, kiest u Lettertype bewerken. In Afbeelding 14-24 ziet u waar u de knop voor het bewerken van het lettertype kunt vinden.
  19. Afbeelding 14-24 Lettertype bewerken openen vanuit Labels
    Lettertype bewerken verschijnt. U gebruikt Lettertype bewerken om de tekstopmaak van de labels te wijzigen.
  20. Wijzig het lettertype in Tahoma en de grootte in 11, zoals in Afbeelding 14-25. Kies vervolgens OK en sluit Labels.
  21. Afbeelding 14-25 Lettertype bewerken
    U kunt een consistente lengte instellen voor de verbindingslijnen die de labels met de sectoren verbinden. In Afbeelding 14-26 ziet u waar u de instellingen voor de verbindingslijnen kunt vinden.

    Afbeelding 14-26 Waardeseriegedeelte van Grafiek opmaken
  22. Bij Stijl verbindingslijn, selecteert u Vaste lengte. Wijzig Formaat verbindingslijn in 20.
  23. U bent nu klaar met het maken en indelen van de grafiek. Als u het grafiekelement in de layout-editor wilt zien, kiest u Voltooien. En vervolgens kiest u voor de laatste keer Preview om een preview van de grafiek te bekijken. De grafiek lijkt op de grafiek die wordt afgebeeld in Afbeelding 14-27.
  24. Afbeelding 14-27 Grafiek voltooid zelfstudieprogramma

De voltooide grafiek toont de categorienamen voor elke sector en de sectorwaarden. De grootte en de organisatie van de grafiek maken een snelle analyse mogelijk terwijl er toch meer gedetailleerde gegevens worden verstrekt. De gebruiker kan bijvoorbeeld onmiddellijk zien dat de grootste sector van het cirkeldiagram Classic Cars is, die 35.582 orders bevat, gevolgd door de sector Vintage Cars, die 22.933 orders bevat. Deze twee autosectoren zijn groter dan alle andere sectoren samen. Andere productlijngroepen, zoals Treinen, bevatten geen significante orderaantallen.


(c) Copyright Actuate Corporation 2006

Vorige onderwerpVolgende onderwerp